Een groothandel in meststoffen heeft 3 soorten tuinmest: Meststof A bevat 5% stikstof. Meststof B bevat 10% stikstof. Meststof C bevat 20% stikstof.Er komt nu een bestelling van 1000kg mest dat een stikstofgehalte van 15% moet hebben.Men maakt hiervoor een mengeling van de voorradige meststoffen.Omwille van de voorraad wil men van soort C tweemaal zoveel gebruiken als van soort A.Hoeveel kg van elke soort moet men mengen? (Bepaal de antwoorden op 1g nauwkeurig)Antwoord: kg van meststof A, kg van meststof B en kg van meststof C.