Hoogtelijnen en middelloodlijnen van een driehoek
Stel een vergelijking van de vorm y=ax+b op van de middelloodlijn op de zijde [BC] van de driehoek ABC.
A(1,1), B(-1,2) en C(2,-2)
(Schrijf de vergelijking van de middelloodlijn met breuken, bv. y=5/3x+1/4)
Stel een vergelijking van de vorm y=ax+b op van de hoogtelijn op de zijde [BC] van de driehoek ABC.
A(1,1), B(-1,2) en C(2,-2)
(Schrijf de vergelijking van de hoogtelijn met breuken, bv. y=5/3x+1/4)