Vul aan en vertaal volgende zinnen.
Vertaal en vul aan. Druk dan op "Controleer" om uw antwoorden te controleren.
1. Heb je het weerbericht gehoord : Tu as entendu
?
2. Wat voor weer is het:
fait-il?
3. Het is mistig : Il y a
.
4. Ze voorspellen buien : On annonce
.
5. Voor overmorgen voorspelt men onweer : Pour
, on annonce
.
6. Er ligt sneeuw in de Ardennen : Il y a de
dans les Ardennes.
7. Er is niet veel wind in de lente :
, il n'y a pas beacoup
.
8. In de herfst is het al donker om 8u :
, il
déjà noir à 8 heures.
9. In de winter is het 5 graden onder nul :
, il
moins 5.
10. In de zomer is het 30 graden :
, il fait 30
.
Controleer
Hint
OK