Woordpakket 2a
oefenen
De lettergreep staan door elkaar.
Zet jij ze weer in de juiste volgorde?
ting-schat
ter-dich-bij
tijk-prak
schijn-te-voor
aan-ding-lei
schrift-hand
de-uit-ein-lijk
ging-stij
baar-blijk
o-eind-ver
waar-lijk-schijn
zoen-sei
ping-schep
lijk-pijn
schrift-tijd
lijk-ge-te
bei-der-ar
schit-rend-te
ding-schei
lijk-tij-de
bei-der-ar
schit-rend-te
ding-schei
lijk-tij-de
Kijk na.
OK