Lees de vraag.
Kies het goede antwoord.

1. Noem een ander woord voor voorgeschiedenis

   
   
   Kijk na
   1.   ?    prehistorie
   2.   ?    steentijd
   3.   ?    ijzertijd
   4.   ?    bronstijd

2. Imke zegt: "De rendierjagers en de vissers leefden in een ijskoud klimaat."
   Karel zegt: "Alleen de rendierjagers leefden in een ijskoud klimaat."
   Roel zegt: "De vissers leefden in een ijskoud klimaat. Toen de rendierjagers er waren, werd het warmer."
   
   Wie heeft gelijk?

   1.   ?    Imke
   2.   ?    Karel
   3.   ?    Roel

3. De vissers aten alleen maar vis.
   
   Is dit waar of niet waar?

   1.   ?    waar
   2.   ?    niet waar

4. De boeren woonden in boerderijen. Waar werden boerderijen in de steentijd van gemaakt?

   1.   ?    bakstenen en cement
   2.   ?    beton
   3.   ?    boomstammen, takken en klei
   4.   ?    takken en dierenhuiden

5. Het bandbekervolk leefde eerder dan het Trechterbekervolk.
   
   Is dit waar of niet waar?

   1.   ?    waar
   2.   ?    niet waar

6. De eerste boeren in Nederland woonden in de provincie:

   
   
   Kijk na
   1.   ?    Limburg
   2.   ?    Drenthe
   3.   ?    Noord-Brabant

7. Adrie zegt: "Het bandbekervolk woonde in Limburg"
   Micha zegt: "We noemen die mensen het bandbekervolk omdat ze hun potten versierden met lijnen en banden."
   
   Wie heeft gelijk?

   1.   ?    Adrie
   2.   ?    Micha
   3.   ?    Adrie en Micha hebben allebei gelijk.

8. Hoe noemden we het volk dat in de steentijd in Drenthe woonde?

   
   
   Kijk na
   1.   ?    vissers
   2.   ?    Bandbekervolk
   3.   ?    rendierjagers
   4.   ?    Trechterbekervolk

9. Waarom konden de boeren lang op één plek blijven wonen?

   1.   ?    Ze hadden akkers en vee, dus ze hoefden niet meer achter de wilde dieren aan te reizen.
   2.   ?    Ze vonden dat ze op een mooie plek woonden en wilden daarom niet verhuizen.
   3.   ?    Ze hadden geen zin meer om in tenten te wonen en steeds onderweg te zijn.

10. In welke provincie vind je ook nu nog veel hunebedden?

    
    
    Kijk na
    1.   ?    Groningen
    2.   ?    Drenthe
    3.   ?    Overijssel

11. De hunebedden werden gebruikt om ...

    1.   ?    in te slapen
    2.   ?    in te wonen
    3.   ?    dode mensen te begraven.
    4.   ?    spullen in te bewaren.

12. Bij welk antwoord staan de tijden in de goede volgorde?

    1.   ?    bronstijd - steentijd - ijzertijd
    2.   ?    steentijd - bronstijd - ijzertijd
    3.   ?    ijzertijd - bronstijd - steentijd
    4.   ?    bronstijd - ijzertijd - steentijd

13. Wanneer begon de bronstijd ongeveer?

    1.   ?    10 000 voor Christus
    2.   ?    4500 voor Christus
    3.   ?    1700 voor Christus

14. Kim zegt: "Het is makkelijker iets te maken van brons, dan van ijzer."
    Maik zegt: "IJzer was duurder dan brons."
    Frederique zegt: "Steen is harder dan brons"
    Fanny zegt: "IJzer is makkelijker te vinden dan brons"
    Erik zegt: "Brons is sterker dan ijzer."
    
    Welke kinderen hebben gelijk? Klik hun namen aan.
    

    1.   ?    Kim en Maik
    2.   ?    Maik en Fanny
    3.   ?    Frederique en Erik
    4.   ?    Fanny en Kim

15. Waarom werd na 700 voor Christus, ijzer meer gebruikt dan brons?

    1.   ?    Het was goedkoper en sterker.
    2.   ?    Het was mooier en goedkoper.
    3.   ?    Het was mooier en het was makkelijker iets van ijzer te maken dan van brons.