Waarvoor kun je water gebruiken?

"Ik vaar op een duwboot. Ik duw de bakken voor mij uit naar de havens van Rotterdam. Daar worden ze op een groot vrachtschip geladen. Ik kan niet op zee varen. Mijn beroep is ..."

-1- zijn door mensen gemaakt.
-2- zijn door de natuur gevormd, bijvoorbeeld door smeltwater. Onderweg worden -2- groter door neerslag.

1.   ?    -1- is rivieren, -2- is kanalen
2.   ?    -1- is kanalen, -2- is meren
3.   ?    -1- is kanalen, -2- is rivieren

Welke stad in Nederland heeft de grote havens?

Langs de kust en rivieren liggen ... om ons tegen overstromingen te beschermen.

Land dat beschermd moet worden tegen water, noemen we ...

Een gemaal is

1.   ?    een plek waar water schoon wordt gemaakt, zodat je het kunt drinken.
2.   ?    een machine die water wegpompt uit de polders.
3.   ?    een dam in de rivier die open en dicht kan zodat boten er door kunnen varen.

Waar staan de woorden in de goede volgorde?

1.   ?    stoomgemaal, molen, elektrisch gemaal
2.   ?    elektrische gemaal, molen, stoomgemaal
3.   ?    molen, stoomgemaal, elektrisch gemaal

In 1953 was de watersnoodramp. Hoe kwam dat?

1.   ?    Het was springtij en er stond een noordwesterstorm.
2.   ?    Het was springtij en er stond een zuidoosterstorm.

Na de watersnoodramp werden er dijken, dammen en stormvloedkeringen gebouwd.
Hoe noemen we het plan dat daarvoor zorgde?

Hoe noemen we het gebied tussen de winterdijk en de zomerdijk?