Voedselmengsel

Een bioloog heeft voor een experiment met muizen een voedselmengsel nodig dat, buiten andere stoffen, bestaat uit 23g proteïne, 6,2g vet en 16g vocht.

Hij beschikt over 3 mengsels met de volgende samenstelling:
Mengsel A bevat 20% proteïne, 2% vet en 15% vocht.
Mengsel B bevat 10% proteïne, 6% vet en 10% vocht.
Mengsel C bevat 15% proteïne, 5% vet en 5% vocht.

Hoeveel gram van elk mengsel moet hij mengen om het gevraagde dieet te bekomen?

Antwoord: gram van mengsel A, gram van mengsel B en gram van mengsel C.