Een krab heeft 10 poten.

Olifanten zijn bang voor muizen.

Een inktvis heeft blauw bloed.

Sommige papegaaien slapen terwijl ze ondersteboven met hun poten aan een tak hangen. Zo denken hun vijanden dat de slapende papegaai een groot hangend blad is.

Spinnen hebben geen bloed.

De meeste spinnensoorten hebben acht ogen.

Een mier kan ook ruiken met haar voelsprieten.

Het zoemende geluid dat bijen voortbrengen wordt veroorzaakt door hun vleugels.

Koeien moeten een kalfje baren voordat ze melk kunnen produceren. Een koe die niet gekalfd heeft, zal dus geen melk kunnen geven.

Een octopus heeft twee harten.

Jonge vuursalamanders verbergen zich in de bek van hun papa wanneer er gevaar dreigt.

Alleen vrouwelijke wespen steken.

Vlinders proeven met hun poten.

Dolfijnen slapen met één oog open.

Een miereneter heeft 4 neuzen.

Niet alleen de vacht van de tijger is gestreept. Ook de huid onder zijn vacht is gestreept.

Een giraf maakt zijn oren schoon met zijn meer dan veertig cm lange tong.

Alle dieren zijn kleurenblind.

Een haan moet zijn nek helemaal strekken om te kunnen kraaien.

Een koe kan wel een trap op gaan, maar niet trap af.