Meter, decimeter, centimeter.
Vul in.
De
(hoogte/breedte) van de deur is ruim 2 m.
De breedte van het rekenschrift is
(juist/ongeveer) 20 centimeter.
De dikte van je rekenschrift is
(meer/minder) dan 1 cm.
De hoogte van je bank is
(meer/minder) dan 1 m.
Je meetlat is juist
(30/50) cm lang.
1 m is even lang als
(2/5) keer een halve m.
4 halve m = 2
(cm/m)
1
(cm/dm) gaat 10 keer in 1 m.
De breedte van de deur is
(minder/meer) dan 1 m.
De nagel van je duim is ongeveer 1
(cm/m) breed.
Controleer
OK